In Rijssen delen grootmoeder Anneke Brinks (84) en kleindochter Anne Dannenberg (27) een woning. Dat is voor beiden een ideale oplossing. De kleindochter heeft ondanks de woningnood een eigen plek, terwijl oma een dierbare in de buurt weet die naar haar omkijkt. ‘Ik heb me altijd prima kunnen redden, maar het wordt allemaal toch wat minder’, beseft oma. En kleindochter: ‘Zolang oma een beetje gezond blijft, kan ik hier blijven wonen.’
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de woning die kleindochter Anne Dannenberg en grootmoeder Anneke Brinks delen nou niet bepaald klein is. Het was oorspronkelijk een boerderij, die ooit buiten Rijssen stond, maar die tegenwoordig midden in de bebouwing staat. Tegen het woonhuis werd in de loop der jaren ook nog eens een gedeelte aangebouwd.
‘Oma heeft op de begane grond een grote woonkamer, open eetkamer en keuken, en boven drie slaapkamers plus toilet’, vertelt Dannenberg, terwijl ze het huis laat zien. Zelf heeft ze een woonkamer, een keuken, twee slaapkamers en een badkamer. Beiden hebben bovendien een eigen schuur, terwijl ook het kookhuisje nog dienst doet. ‘Zoals je ziet: ruimte genoeg.’
Oma Brinks woont er alweer zestig jaar. ‘Mijn man, die een paar jaar geleden is overleden, is hier geboren’, zegt ze. ‘Ik ben hier gaan wonen toen we trouwden.’ Vijf kinderen volgden, terwijl ook opa en oma er aanvankelijk nog bij inwoonden.
Brinks: ‘Toen opa overleed en de kinderen het huis uit waren, hebben we steeds huurders gehad. Elf in totaal. Tien meisjes, één jongen. De één bleef tien jaar, de ander zeven, weer een ander vier. Ging altijd goed. Als er weer eentje wegging, zei die: ik weet nog wel iemand die erin wil.’
Kleindochter Anne is sinds haar afstuderen vier jaar geleden helemaal van het duurzaam wonen. ‘Een gemeenschap met tiny houses is mijn ideaal’, zegt ze. ‘Kleine footprint, betaalbare huur, weinig ruimte innemen, samen met anderen in een groene omgeving. In mijn zoektocht kwam ook het fenomeen Noabershof op mijn pad. Dat is een Knarrenhof, maar dan voor oud en jong gemengd. Maar omdat dat nog drie jaar zou duren, kwam ik terecht in een vakantiewoning in Holten. Prachtige omgeving, maar niet ideaal, want recreatiebestemming.’
Juist op dat moment vertrok bij Anneke Brinks weer een huurder. En één en één is twee: Anne besloot aan oma te vragen of zij bij haar mocht intrekken. ‘Ik zie haar nog zo voor me’, herinnert oma zich. ‘Mag ik bij jou komen wonen?’ Kleindochter: ‘Stond ik hier met de tranen in m’n ogen. Wil je er eens over nadenken?’ Oma: ‘Natuurlijk, zei ik. De hele familie zei ook meteen: wat mooi!’ Dat was afgelopen februari.
‘Mooi dat het zo kan’, vindt oma. ‘Het is toch een beetje mini-noaberschap.’ En dat voor een langere periode? ‘Ja, in principe doen we dit voor een langere tijd’, zegt kleindochter. En oma: ‘Ja hoor, zo lang als ze wil.’ Kleindochter: ‘Het hangt natuurlijk wat van oma’s gezondheid af. Als oma een beetje gezond blijft en zich in haar woning kan blijven redden, blijf ik hier wonen. Daarna maak ik dan wel weer de stap naar m’n volgende Noabershof.’
De eerste maanden van (bijna) samenwonen bevalt van beide kanten goed. ‘De omgang, het gevoel naar elkaar, dat voelt gewoon fijn’, zegt oma. ‘Met de meisjes die hier huurden, had ik eigenlijk nauwelijks contact. Dat was ook prima, hoor. Maar omdat Anne familie is, voelt dat toch anders.’
Kleindochter: ‘Oma had geen last van die andere meisjes, maar verder was er ook niks. Kijk, het voordeel van dit huis is wel: iedereen heeft alles voor zichzelf. Een eigen tuin, een eigen voordeur, een eigen keuken. Dat scheelt natuurlijk. We zijn niet echt afhankelijk van elkaar.’
Los daarvan: er kan natuurlijk iets gebeuren, zegt oma. ‘Dan is het toch fijn dat er iemand van de familie in de buurt is, ja toch? Maar ook voor wat kleinere dingetjes zou ik eerder aan Anne dan aan een vreemde vragen of ze me even ergens mee kan helpen. Ik ben 84 nu. Ik heb me altijd zelf gered, maar het wordt allemaal natuurlijk toch wat minder. Ja, veilig, dat is het woord. Het geeft een veilig gevoel dat ik iemand in de buurt heb.’
Kleindochter: ‘Het zijn maar kleine dingetjes, hoor. Even een praatje. Even een kopje koffie. Even helpen met de iPad, de bank of de mail.’ Oma: ‘Het is ook wat gezelliger.’ Kleindochter: ‘Ja, dat vind ik ook.’
Artikel Rabobank: Oma Anneke (84) en kleindochter Anne (27) delen woning – Rabo &Co
